Franz Stracké

 

Professor Franz Stracké

Geboren te Dorsten 5 mei 1820 Overleden te Baarn 1898

Professor Stracké is net als zijn tijdgenoten en voorgangers een persoon die in de vergetelheid

is geraakt.

Dat is zeker ten onrechte, want zijn werk getuigt van grote kunde en bekwaamheid.

Franz Stracké werd op 5 mei 1820 te Dorsten in Westfalen geboren waar zijn vader als

beeldhouwer werkzaam was, maar in 1842 Duitsland verliet en naar Nederland kwam, waar

hij zich met zijn gezin in Arnhem vestigde.

Vader Ignaz en zijn zonen vinden hier hun werk beloond.

Franz die van zijn vader de grondbeginselen van de beeldhouwkunst had geleerd deed al

spoedig van zich spreken.

Zijn oudste broer Gottfried, had veel talent maar stierf op jeugdige leeftijd.

Terwijl ook zijn jongste broer Johan Theodoor een beeldhouwer met talent was.

De figuren rond het voetstuk voor Vondel, het standbeeld voor Jan van Nassau en dat van

Boerhaave getuigen er van.

Franz zelf werd al vroeg in het begin van zijn loopbaan met de uitvoering van werken

belast, welke een zekere mate van vrijheid toelieten.

Zo heeft hij voor de r.k.kerk St. Franciscus Xaverius op 't Zand te Amersfoort in 1865 tien

beelden gemaakt, waarvan een tijdgenoot getuigde, dat door de wijze van behandeling al was

te zien dat men met een geoefende handen van een ervaren beeldhouwer te maken had.

Vijf jaar na zijn komst in Arnhem vinden we Franz Stracké als zelfstandig beeldhouwer in

Arnhem gevestigd, nadat hij 21 juli 1847 was getrouwd met Geertruida Verwaaijen.

Samen met haar kreeg hij 4 kinderen, waar van er een op zeer jonge leeftijd stierf.

Ook de oudste zoon Franz, stierf op betrekkelijk jonge leeftijd en had al reeds bewezen

talent en kunstenaars bloed te bezitten.

Hij maakte het monument voor de gebroeders Houtman, te Gouda, met portret reliëf en

attributen aan de zeevaart ontleent.

Op eik en Duinen te Den Haag werd een ontwerp voor een particulier grafmonument van hem

geplaatst een monumentale, met figuren versierde vaas.

De jongste zoon Ludovicus, koos de schilderkunsten en heeft daar veel goed werk

geleverd.Hij overleed in 1934, terwijl zijn zuster Maria Johanna Geertruida als verpleegster

werkzaam op 72 jarige leeftijd overleed.

Van 1847 tot 1870 was het worstelen voor zijn bestaan en zijn mening.

Zo ervoer hij dat kunstenaars harde tijden meemaakten en dat waardering schaars was.

Al die tijd heeft hij de banale kerkelijke kunst gemeden, omdat dat zijn kunstenaars gemoed

schrijnde en beledigde.

Hij was een voorstander van gotiek, waar die is aangewezen voor kerken kloosters en rooms

katholieke stichtingen, en dan in een strenge zuivere vorm.

Ongerijmd vond hij het om de gotiek voor allerlei openbare gebouwen te willen toepassen.

Dat hij in die periode van zijn leven naast de kerkelijke ook de zogenaamde "profane" kunst

wist te dienen,bewijst de vervaardiging der beelden en van de Medaillon portretten aan het

gebouw" Arti et Amicitia" te Amsterdam.(1855)

In deze groep mag ook genoemd worden het grafmonument voor generaal Seelig op de

begraafplaats te Ginneken,in strenge lijnen uitgevoerd en van 'n fraai reliëf voorzien, waarom

mars staat afgebeeld, een jeugdig krijgsman in de vestingbouw onderricht.

.

Door de contacten van 2 vrienden werd Stracké bij de reorganisatie van de rijksacademie

voor beeldende kunsten te Amsterdam benoemd tot hoogleraar in de beeldende kunst.

Het door minister van Bosse getekende besluit van 19 september noemt als datum van

benoeming 1 oktober 1870.

Bij deze benoeming hoorde een salaris van 2500 gulden..

Nu brak de tijd aan dat hij zijn vleugels uit kon slaan.

De geld zorgen waren weggenomen, en met geestdrift aanvaarde hij het ambt.

Vlak bij de academie aan de Stadhouderskade bouwde hij een woning met atelier.

Nu kon hij zijn kennis, theoretisch en praktisch aan anderen overdragen.

Dit geschiedde op een eenvoudige en makkelijk te begrijpen manier.

In deze tijd maakte hij portret buste van Nicolaas Beets, Potgieter en van Prof. Fr. Kaiser,

grondvester van het Observatorium te Leiden.

Ook voor het derde eeuwfeest van Alkmaars ontzet krijgt hij een uitnodiging om een beeld te

ontwerpen..(1873)

Op 29 april 1877 overleed zijn vrouw te Amsterdam.

Hij deed een greep in de klei en boetseerde tal van figuurtjes van de sprookjes van de

gebroeders Grim, en vond zijn vreugde terug in het les geven.aan zijn leerlingen.

Zijn belangstelling getrokken door een leerlinge niet een van de jongste maar met een

bijzonder talent.

Het gevolg was dat hij meer op haar ging letten en er ontstond genegenheid tussen beide~

Die werd besloten met een huwelijk op 9 mei 1878.

Deze uitverkorene was Sara Hendrine Josina van Bosse, geboren op 5 januari 1837.

In 1883 viel hem de eer te beurt, dat zijn inzending, “de kat in angst” op de wereldtentoonstelling te Londen de grote bronzen medaille verkreeg.

Toen de pensioengerechtigde leeftijd werd bereikt, verhuisde hij naar Baarn ( 17 april 1889)

En wel naar villa “Eemwijk.”

Hij gebruikte de beitel totdat hij de kracht niet meer had om het marmer te bewerken.

Daarna heeft hij het penseel ter hand genomen.

Van zijn schilder kunst lijkt niets buiten het atelier terecht te zijn gekomen.

Op 26 maart 1898 werd hij dit aardse toneel uitgeleid.

stracke_wijkamplaan

De foto van het monument is gemaakt op de nieuwe algemene begraafplaats.Daar is hij in 1898 niet begraven maar op de begraafplaats aan de kerkstraat.



©1999 - Albert Naber.